Voorstraat 125 | Alfamangedrag
22680
post-template-default,single,single-post,postid-22680,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,select-theme-ver-3.4,wpb-js-composer js-comp-ver-4.12.1,vc_responsive
 

Alfamangedrag

Alfamangedrag

Onlangs leidde ik met een collega een mediationgesprek. We deden ooit samen het examen voor mediator. Zo’n examen met middelbare school visioenen. Na de start moest je, om spieken te voorkomen, op de plaats rust houden, wat betekende dat je tussentijds niet van het toilet gebruik mocht maken. Met een puntig geslepen potlood en een gummetje mocht je aan de slag met heel veel feitelijke vragen. Bij mediation helpt het om met een eenvoudige vraag te starten: Hoe maken we er een goed gesprek van?
Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar je kunt er tijdens het gesprek indien nodig op terugkomen.
Had debatleider Chris Wallace simpelweg niet zo moeten beginnen bij het kemphanengevecht tussen Trump en Biden?
Kamervoorzitter Arib zie ik regelmatig interveniëren om bij negatieve bewoordingen als ‘bek houden, rot op’ Kamerleden te herinneren aan morele basisprincipes. Al dit soort kwalificaties uit de nationale en internationale politiek roepen een verlangen op naar smeuïge voorbeelden van ad rem reageren uit vroegere tijden. Hans Wiegel, die op de opmerking ´klootzak´ vanuit het publiek reageert met: ´dank u wel dat u zich zo vriendelijk voorstelt. Marcel van Dam die een drogredenering onderuithaalt door ter plekke de riedel ´Ik pas in mijn jas.
De jas past in mijn tas. Ik pas in mijn tas´ te verzinnen. Jan Marijnissen die verkondigt: ´Wij zijn niet tegen rijkdom, maar tegen armoede´.
In de kern gaat debatteren over het verhelderen van de achterliggende gedachten achter een standpunt. De logica van de argumenten staat centraal, maar natuurlijk beïnvloedt het ethos de logos. Zoals een scheidsrechter voetballers in wezen helpt om de regels van het spel te accepteren, zo hebben we rolmodellen nodig in het publiek debat die wijzen op de achterliggende basisprincipes. Want wat heb je aan een debat met vooral sukkelzinnen, zinnen waar je “komma sukkel” achter kunt zetten
U begrijpt het echt niet (sukkel).
Waarom regelt u dit vandaag niet? (sukkel).
Hoe kunt u zo’n voorstel doen? (sukkel).

PS Jos Burgers is de uitvinder van de term sukkelzin.
De illustratie is van cartoonist Djanko.