Voorstraat 125 | Echt Contact
22667
post-template-default,single,single-post,postid-22667,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,select-theme-ver-3.4,wpb-js-composer js-comp-ver-4.12.1,vc_responsive
 

Echt Contact

Echt Contact

Wat heb je nodig voor een goed gesprek?
Die vraag heeft me ooit tot het boek Echt Contact gebracht en blijft me intrigeren. Ook vanuit de wetenschap dat wat je goed aan anderen kunt vertellen, je zelf het meest hebt te leren. Zo las ik afgelopen zaterdag de met enige regelmaat verschijnende karakteristieke contactadvertentie van Pier Ebbinge. Zijn relatiebureau richt zich op high end partner search. Daarmee wordt misschien bedoeld dat, krom geformuleerd, het vinden van een passende partner een heel end samen oplopen vraagt, maar high end betekent toch vooral dat hij de liefdesmakelaar is van de rijken. De in staccato geschreven aanbevelingen lezen als een gedicht, met poëtische zinnen als: niet iets ophouden dat er niet is. Soms komen archaïsche woorden voorbij, zoals bij een heer van stand, die geen blauwkous zoekt. Het is zo’n woord waarbij je te rade ( volgens de spellingscontrole is dit ouderwets taalgebruik) gaat in de grote Van Dale, waar blauwkous wordt omschreven als spotnaam voor een vrouw die geleerd is of daarvoor wil doorgaan en een zekere minachting voor huishoudelijke zaken toont.
Afgelopen zaterdag was Pier weer op dreef. Naast allerlei kwalificaties over zijn cliënt, een uiterst charmante vrouw, topkaliber, ware klasse en lief staan daar ineens een paar kernachtige zinnen over contact: ‘Ook wars van zelfbevestigend sociaal gedoe. Dan ga je naar huis en is er niets gebeurd. Verloren tijd en leven. Kan hier als het een keertje moet wel in mee acteren.’
Pats, boem, Pier. Wie kent niet zo’n (verjaardags)feest waar de energie wegloopt, zo’n kringsluitspieravond, waar je je verloren hebt gevoeld en echt contact hebt gemist? Na Pier kwam Inez. In de aflevering van het interviewprogramma Zomergasten was strafrechtadvocaat Inez Weski te gast. Het was een avond die ondermeer de worsteling liet zien van presentatrice Janine Abbring. Hoe voer je een gesprek als je gast haar privéleven bewaakt. Iets wat ze in eerdere interviews al aangaf, zij had niet ‘de neiging om de eigen ingewanden op tafel te leggen voor inspectie.’ Haar jeugd, ouders en drijfveren bleven onbesproken. Weski heeft in zijn algemeenheid moeite met de wijze waarop de journalistiek met nieuws omgaat: ‘Er is niet veel ruimte meer voor ontdekking, voor de diepte, het reliëf. Het is nu oppervlakkig. Het maakt dat feiten niet veel meer tellen. Je kan niet langs zappen of je bent beland in iemands binnenste.’
Bij een programma als Zomergasten kan de rode draad die de gast met de gekozen fragmenten uitstippelt op zichzelf boeiend zijn. Toch lijkt het me in het dagelijks leven lastig om echt contact te krijgen als iemand niets persoonlijks kwijt wil.