Voorstraat 125 | Loslopen
22786
post-template-default,single,single-post,postid-22786,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,select-theme-ver-3.4,wpb-js-composer js-comp-ver-4.12.1,vc_responsive
 

Loslopen

Loslopen

Mensen overschatten zichzelf op de korte termijn.
Mensen onderschatten zichzelf op de lange termijn.
Hoe waar deze uitspraak is, mocht ik afgelopen week ondervinden.

‘Linksaf’, klinkt het via de telefoonapp en de lopers die ons inhalen volgen het hen luid en duidelijk toegewezen smalle pad.
We lopen het Dutch Mountain Trail, een niet te onderschatten wandeltocht die wordt aangeprezen als ‘een ruige wandeltocht over een route van ruim honderd kilometer waar het echte berggevoel nooit ver weg is. Alpenweiden, snelstromende beken, rotswanden en natuurlijk spectaculaire vergezichten: ze zullen je uitdagen en in vervoering brengen…’
Die uitdaging klopt, want tijdens deze tocht beklim je Seven Summits, dat klinkt hoogdravender dan de vertaling: zeven bergen.
Maar ja, wanneer is een berg een berg? In de Benelux mag elke hoop die meer dan 600 meter hoog is zich berg laten noemen.
Vreemd daarom dat het hoogste punt van Nederland, de Vaalserberg (322 meter), deel uit maakt van deze top zeven.
Soms roei je met de riemen die je niet hebt. Beter een berg die geen berg is, dan helemaal geen berg, zullen de samenstellers van deze route gedacht hebben. En onvoorbereid de eerste etappe van circa 28 kilometer lopen is blaren technisch gezien voor het verdere verloop misschien niet zo slim.

‘Laat het los,’ zo vang ik een gesprek op tussen een stel die naast ons op het terras pauzeert.
‘Ik accepteer het gewoonweg niet’, is haar reactie.
Hoe vaak hoor je iemand een loslaat-advies geven aan iemand die last heeft van een of ander probleem.
Het is ongetwijfeld goedbedoelde raad, alleen roept het de vraag op of het degene die het betreft verder helpt.
Loslaten staat tegenover vasthouden en in mijn beleving kun je pas iets loslaten als je het eerst hebt vastgepakt, lees: geaccepteerd.

‘Het is niet te doen, heel af en toe zie je blauwwitte aanwijsstrepen’, verzucht een echtpaar zittend op een bankje.
Ze zijn onderweg zonder app of het speciale routeboekje. Het levert de vraag op hoe je het meest relaxt loopt.
Lopen met een app zorgt ervoor dat je altijd het juiste spoor bewandelt. Met het routeboekje vind je uiteindelijk altijd je weg, al kan ik proefondervindelijk vaststellen dat het lastig dwalen is als je door alle links-rechts aanwijzingen niet meer weet waar heen te gaan.
Daar sta je dan vertwijfeld midden in een bos. En al mag twijfel de wachtkamer van inzicht zijn, uiteindelijk ontkom je ook hier niet aan acceptatie, wat concreet inhoudt je telefoon vastpakken voor navigatiehulp om vervolgens wandelend los te kunnen gaan.
Voetje voor voetje kom je uiteindelijk waar je wezen wilt.