
Omarm de onzekerheid
Een keer is toevallig, twee keer valt op en als iets drie keer voorkomt kun je spreken van een patroon.
Boeren worstelen op dit moment stuk voor stuk om uiteenlopende redenen met de vraag hoe zij zich staande houden als gevolg van ingrijpende veranderingen. Hoe doorbreken zij hun ingesleten patronen? Patronen veroorzaakt door een ongezond systeem van overheidsbeleid, (boerenleen)banken, kunstmestproducenten, supermarkt(wurg?)contracten en zo meer.
Je kunt het vergelijken met een oude jas. Die jas hangt aan de kapstok en ook al is hij is versleten en sleets, hij past naadloos en voelt zo vertrouwd. Die nieuwe jas die ernaast hangt ziet er op zich goed uit, maar deze schuurt.
Het is een jas die (nog) niet past.
We leven niet in een tijdperk van verandering maar in een verandering van tijdperk. Een tijdperk waarin niet-weten belangrijker lijkt te worden dan garanties op zekerheid. Soms sta ik achter een schildersdoek (te weinig).
Telkens weer is er zo’n moment dat je weet dat wat je hebt gemaakt (nog) niet klopt. Soms is dat moeilijk om toe te geven. Ben je uren bezig geweest en toch ontbreekt er iets of moet er iets weggeveegd. Kill your darlings.
Zonder die worsteling kan het niet. Het is niet anders. Iedereen die dit leest kent dit fenomeen van het even niet-weten ongetwijfeld vanuit eigen ervaring. Het gaat er in de kern om, dat je accepteert dat het onderdeel uitmaakt van een proces om ergens te komen waarvan je weet dat je het weet. Anders gezegd: niet-weten hoort bij het doormaken en doorleven van een transitie. Wat mijns inziens ontbreekt in de huidige tijd is reflectietijd. Het verduren van traagheid.
Daarvoor maken we jammer genoeg geen tijd.
Niet weten doet een beroep op creativiteit, tot het inslaan van andere paden. Eigenlijk leer je vooral als je het niet meer weet. Omarm de onzekerheid. Makkelijk gezegd, voor velen moeilijk gedaan. Het gaat over de vraag of je als boer in staat bent te accepteren dat alles onbestendig (niet-permanent) is. Om niet op te gaan in de emoties en gedachten waarin je kunt verdwalen. Je hebt ze, maar je bent ze niet. Zelfsturing vraagt dus ook de-identificatie van gedachten en gevoelens die je in de weg kunnen zitten. Voorkomen dat je jezelf in de slachtofferpositie plaatst, een positie die vaak gepaard gaat met veel twijfels. En momenteel agressie. Zelfs honderd kastanjes werden omgezaagd omdat ze symbool staan voor de (stikstof)kaalslag. De ja-maar stand helpt niet echt: ja maar, als ze… ja maar, als … dan…
You have tot sit down on your butt, don’t walk around with it; hoorde ik een boeddhistische leermeester eens gekscherend opmerken.
Ooit hadden we Bob Dylan die in 1964 met The times they are a-changin het motto van de nieuwe linkse generatie van de jaren zestig vertegenwoordigde. Hij zette de oude en nieuwe generatie tegenover elkaar. De gevraagde flexibiliteit en het beroep op zelfsturing vraagt in deze tijd van ons allemaal, en zeker de boeren van nu, het nodige.
Sommige van zijn teksten hebben eeuwigheidswaarde:
Then you better start swimmin’
Or you’ll sink like a stone
Your old road is
Rapidly agin’.