
Van die vragen
Soms kom je uitspraken tegen die je aan het denken zetten.
Deze is van Confucius: Iedereen heeft twee levens, het tweede begint zodra je beseft dat je er maar een hebt.
Een van de oefeningen, bestaand uit drie vragen, uit mijn laatste boek raken aan deze uitspraak.
Bij de beantwoording is het eerste wat door je hoofd schiet het belangrijkste.
1. Stel je voor: je hebt de hoofdprijs gewonnen in de Staatsloterij.
De Staatsloterij heeft zorgplicht. Je kunt kiezen uit begeleiding door een psycholoog of een beleggingsdeskundige. Je kiest voor de laatste. Vanuit opgedane ervaring, jij bent het 79e geval, vertelt zij je dat je van de zes miljoen die je hebt gewonnen circa twee miljoen zult uitgeven aan materiële zaken als auto, huis, boot en dergelijke.
Vier miljoen wordt belegd en daarvan ontvang je belastingvrij elk jaar 200.000 euro.
Als dit gebeurt: hoe zal dit je leven veranderen?
Wat ga je, afhankelijk van je situatie, wel en niet meer doen?
Wat betekent dit als je studeert: maak je deze studie af?
Wat betekent dit als je werkt: wat ga je beroepsmatig doen?
2. Stel je voor: je voelt je al een tijdje niet zo lekker. De huisarts verwijst je
door naar een specialist. Die heeft slecht nieuws, je hebt een progressieve
degeneratieve ziekte waar niets aan te doen is.
De prognose is dat je nog vijf jaar hebt te leven. De verstrekte medicijnen
hebben geen bijwerkingen en het is mogelijk alles te blijven doen.
Zou dat je leven veranderen?
Zo ja, hoe verandert je leven?
Wat ga je anders doen?
Wat ga je niet meer doen?
Wat doe je wel?
3 Stel je voor: je voelt je niet zo lekker. Je krijgt slecht nieuws. Je hebt nog 24 uur
te leven.
Wat zou je niet gedaan hebben?
Wat zou je niet geworden zijn?
Wat zou je niet afgemaakt hebben?
Waar zou je spijt van hebben?
Wat heb je niet gedaan wat je wel graag had willen doen?
De eerste vraag is een goede vraag om te weten hoe je in je studie of werk
zit. Wat kun je doen om dat wat je daarin wilt dichterbij te brengen?
De tweede en derde vraag zijn zingevingsvragen met als motto: is dit nu
alles? De laatste vraag is een beladen vraag en het meest confronterend.
Samenvattend: wat zijn je belangrijkste antwoorden?
Wil je daar wat mee? Zo ja, wat houdt je tegen?